Week 3: Kaas en rommelmarkt

11 juli 2015 - Lilongwe, Malawi

Mijn derde week is alweer bijna voorbij. Dat betekent dat ik alweer op de helft ben van mijn reis.

Maandag National Independence Day in Malawi, daarom waren alle scholen vrij en een heleboel mensen waren ook vrij van hun werk. Ik niet, want ook al is de school vrij er is nog steeds wel wat te doen in het weeshuis en op een vrije dag des te meer, want dan zijn alle kinderen (zo’n 35) thuis en vol energie. Dat was dus een grote chaos.

Dinsdag was het weer een normale dag. Toen kwam ik erachter dat het hinkelen wat ik de schoolkinderen geleerd heb toch wel een succes is. Een aantal probeerde eerst het patroon zelf op de grond te tekenen maar ze hadden het niet helemaal goed onthouden dus heb ik het nog een keer voor ze getekend. Ik moet er wel de hele tijd bij blijven staan om ervoor te zorgen dat kinderen er zomaar overheen lopen of dat ze gaan dringen en om af en toe bij te tekenen, want ik teken het in het zand, als je er een paar keer overheen loopt of springt vervaagt het al.

Ik ben erachter gekomen dat een van de kleuters op het schooltje een klein voedseldiefje is. Dit jongetje loopt altijd een beetje te dwalen en voor zich uit te staren met een lege blik. Ik heb hem nog niet horen praten. Ik probeer hem een beetje bij de spelletjes met andere kinderen te betrekken en dat lukt af en toe best aardig. Laats zag ik hem dus weer een beetje dwalen, dacht ik, maar toen zag ik dat hij de tasjes van andere kinderen langs ging en daaruit eten in zijn mond stopte. Of ik dat moet afkeuren? Hij begrijpt niet echt wat ik zeg.. en volgens mij heeft hij af en toe echt honger. Hij heeft ook een beetje een opgezet buikje. Donderdag betrapte ik hem toen hij zand aan het eten was, omdat het al bijna 11 uur was en de kinderen hadden hun tussendoortje nog niet gehad, die ze normaal rond half 11 krijgen. En vrijdag zat hij te kauwen op een waskrijtje nadat hij zijn eten op had. Waar een ander meisje hem trouwens goed had teruggepakt doordat ze elke keer als hij weg keek een handvol rijst uit zijn broodtrommeltje haalde en in haar mond stopte. Daar heb ik wel wat van gezegd tegen het meisje en ik heb haar ook geprobeerd bij hem weg te halen, maar ze begreep er duidelijk niets van.

’s Avonds gingen we weer uiteten met onze coördinator in een Italiaans restaurant, waar we allemaal een gerecht met veel kaas bestelden, want dat hebben we al drie weken niet gegeten. Ze verkopen bijna geen kaas in Malawi en de kaas die ze verkopen schijnt niet echt lekker te zijn en is ook nog eens super duur. Kaas meenemen in het vliegtuig is verboden, toch wist de nieuwe vrijwilliger die woensdag is aangekomen een stuk kaas mee te nemen in haar koffer. Wat een geluk! We zullen er van smullen.

Woensdagmiddag waren er weer twee Amerikanen op het project. Zij waren van Children of the Nations waar het project ook bij hoort en zij kwamen het niveau van de weeskinderen testen. Kennen ze het alfabet? Kunnen ze tot 20 tellen? En kunnen ze ook cijfers en letters herkennen. Wat me vooral opviel (ik heb even meegeluisterd) is dat de meeste wel het alfabet kunnen optellen en kunnen tellen, maar op het moment dat de letters en cijfers door elkaar staan, weten ze niet wat er staat. Dat is ook wel waar het onderwijs hier op gericht is – vooral rijtjes uit je hoofd knallen.

Met de kinderen die moesten wachten op hun beurt, heb ik eerst touwtje gesprongen. Toen wilde er twee naar de varkens gaan kijken. Er zijn pasgeboren biggetjes, echt heel erg lief! En toen kwam een ander jongetje naar mij toe en die had een spelletje bedacht met pionnetjes. Daar moest je dan overheen springen. Hij liet eerst een paar andere kinderen springen en vervolgens sprong hij zelf maar niet steeds over één pionnetje tegelijk, zoals de bedoeling was, nee over steeds twee pionnetjes tegelijk. Dat vonden de andere kinderen erg flauw en toen riepen ze: ‘Hé Antie, you you!’ (mijn beurt dus). Ik sprong over ze alle vier tegelijk met een grand jeté. En toen keken ze me allemaal met grote ogen aan. ‘Antie, antie, again.’ Ik heb het opnieuw gedaan en nog een keer zonder pionnetjes en toen wilden ze het zelf ook proberen. Vervolgens vroegen ze ook of ik draaien en voor ik het wist had het jongetje die het spelletje had bedacht een kleine combinatie bedacht, die ze allemaal gingen oefenen. ‘Antie, you first.’ ‘Antie, look at me.’ En als ik niet meteen keek: ‘Antie, look at meee!’ Ik had ze spontaan een stukje ballet geleerd. Dat was wel heel erg leuk en ze vonden het weer super jammer dat ik naar huis moest. Ik kreeg van de twee Amerikanen ook een complimentje. Ze vonden dat ik goed bezig was en veel voor de kinderen betekende, want ze kon wel zijn dat ‘the children love you.’ Dan ga je op zo’n dag weer terug met een glimlach.

Donderdag was iets minder succesvol. Omdat er te weinig leerkrachten op school waren moest ik invallen in een klas. Ik hoefde echter niet veel te doen behalve de kinderen rustig en aan het werk houden. Niet mijn favoriete taak. Daardoor kon ik niet met de kleuters spelen. Alleen met de gene die lang moesten wachten voor hun ouders ze hadden opgehaald. De kleuters zouden eigenlijk om 11 uur moeten worden opgehaald. Maar in werkelijkheid komen de ouders tussen elf en twaalf. Dus vaak ben ik ook overblijf (-moeder) antie. En er is altijd wel één kind, en nooit hetzelfde kind, dat om twaalf uur nog niet is opgehaald. Vaak mag het dan in het weeshuis mee eten. Dan zit het een beetje ongemakkelijk op de stoep met een vol bord in de hand. Dat is wel sneu.

Vrijdag heb ik meegekeken met de toetsen van de kleuters. Ook hier moesten ze het alfabet opzeggen en letters en kleuren herkennen. Ook hier viel het me op dat de meeste wel het rijtje, waarvan ze een liedje hebben gemaakt, op kunnen dreunen, maar als ze de letters moeten herkennen lukt ze dat niet. Ik zag ook dat de leraren sommige kinderen niet eens vragen maar gewoon een score opschrijven omdat ze (denken te) weten dat die kinderen het toch niet kunnen of juist wel maar niet uit hun woorden zullen komen, zoals het voedseldiefje dat niet praat.Uitzicht op kleding markt

Vrijdagmiddag heb ik geholpen iemands haar uit te halen. Het klinkt zo vies als het is. Alle vrouwen en meisjes hebben hier ingevlochten nephaar in van die kleine vlechtjes. Daar besteden ze veel tijd aan, want elke week wordt dat wel opnieuw gedaan. Vijf meisjes zaten bij een ander meisje de vlechtjes uit te halen. Ik zat er in eerste instantie naar te kijken en toen vroegen ze of ik mee wilde helpen. Het uithalen, laat staan het invlechten, is een rot werk dat erg lang duurt zelfs met zijn zessen. We gebruikten een saté prikkertje om door de vlechtjes heen te prikken. Daarna mocht ik die middag niet weg van de kinderen als ik geen verstoppertje met ze had gespeeld. Vooruit dan maar.. haha.

Vandaag zijn we met de vier vrijwilligers uit het vrijwilligershuis naar de markt geweest. Daar heb ik een aantal foto’s gemaakt. Het is lastig om een daar foto’s te maken omdat het daar ontzettend druk is en mensen vinden het niet zo leuk als je foto’s van hen maakt. We liepen de markt op bij het groente en fruit gedeelte, waar de verkopers meteen naar ons toe rennen om van alles aan te bieden. Loopbrug op de marktVervolgens gingen we over de brug (als je het een brug wil noemen) op weg naar de schoenenmarkt, waar oude merkschoen (als All-Stars en Vans) tussen nepmerken spotgoedkoop verkocht worden (ze zien daar zelf niet het verschil). Voor deze gammele brug waar af en toe een paar plankjes missen, die ook nog twee richtingsverkeer is, waar ze je met grote zakken aardappelen op hun hoofd tegemoet komen lopen, moet je wel voor betalen (voor onderhoud?). Na de brug moesten we eerst de kledingmarkt doorkruisen en dat is echt een puinhoop van kraampjes die dicht op elkaar staan met allemaal kleren op hoopjes soms gesorteerd op bijvoorbeeld spijkerbroeken. Nieuwe kleren kun je niet kopen in Malawi. Alle kleren worden tweedehands op de markt verkocht. Van alles dat je daar dan ook ziet is er maar één exemplaar aanwezig. Als je je afvraagt waar je kleren die je gedoneerd hebt naar toe gaan – ze worden hier op de markt verkocht.

Na de kleding kom je bij elektronica en dan eindelijk de schoenen. Ook hier werden we achterna gezeten. Ze willen niet begrijpen dat sommige schoenen toch echt te groot zijn of een namaak merk zijn. We hebben uiteindelijk ook niets gevonden.Schoenen markt

Na de markt moesten we even uitrusten in het café van een hotel in de stad. Even weer totaal andere wereld. Als laatste zijn we daarna nog naar de souvenir markt geweest en daar heb ik wel een paar mooie dingetjes gekocht. :)

Morgen naar de kerk. Ze konden op het project niet geloven dat ik daar nog niet naar toe was geweest, omdat ze er ook vanuit gaan dat ik gelovig ben. Ik weet niet wat voor een indruk ik zou achterlaten als ik ze tegen had gesproken, vandaar dat ik dat ook niet heb gedaan. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Elmie:
    12 juli 2015
    hoi Elien,

    Het lijkt me wel eens lastig de blik die je krijgt op de wereld van die kinderen. En ook wel fijn dat je iets kunt betekenen als je er bent.