Derde dag in Malawi: introductie en corruptie

23 juni 2015 - Lilongwe, Malawi

Vandaag had ik samen met de andere vrijwilligers introductie op de projecten. Om kwart over zeven vertrokken we al, omdat het ongeveer een uur duurt om op elk project te komen. We gingen eerst naar het project van de andere twee vrijwilligers. Dat ligt in een soort dorp bij Lilongwe. We rijden daar naartoe in de minibus. Dezelfde soort busje waarmee ik Zuid-Afrika ook reisde, die altijd stampvol zitten. Het is een erg armoedig dorp, waar heel veel kinderen wonen. Toen we het dorp in kwamen lopen. Begon een klasje kinderen in koor te roepen: Azungu! Azungu! (blanken! Blanken! Mzungu is 1 blanke, azungu zijn er meerdere). Want vijf blanken is wel bijzonder veel in zo’n dorp. De volgende groep kinderen kwamen achter ons aan lopen en aan de kant stonden nog meer kinderen naar ons te zwaaien alsof we de koning en koningin waren. Omdat ze daar zoveel kinderen hebben, hebben ze er ook een heleboel scholen, niet vrijwel allemaal vlak naast elkaar staan. De school waar het project is, is wel een van de armste scholen. Het is een beetje een vervallen gebouwtje, waar ze niet genoeg lokalen hebben voor alle klassen. Ook zitten een heleboel kinderen op de grond omdat ze niet genoeg banken hebben. We werden wel heel hartelijk ontvangen. De hele school had een lied voor ons voorbereid om ons te verwelkomen. Ook de leraren waren erg aardig, maar niet ieders Engels was even goed. Dus dat is wel lastig voor de vrijwilligers op dat project.

Vervolgens gingen we naar mijn en Sabiene’s project Chitipi Children of the Nations. Inmiddels was het al bijna middag omdat we weer een uur moesten reizen om van het ene naar het andere project te komen. Dit project is veel groter en oogt ook rijker. Dit komt mede doordat zij gesponsord worden door Children of the Nations, een Amerikaanse organisatie. Ook hier werden we hartelijk ontvangen. Omdat het ook deels weeshuis is, is er een groot huis bij met slaapkamers, die ze ons ook hebben laten zien. Daarnaast is er een klein schooltje bij, waar ook kinderen uit de wijk, Chitipi, naar school komen. De lokalen zijn al prachtig geschilderd door voorgaande vrijwilligers. Daarbij hebben ze een eigen boerderij waar ze ook hun eigen eten verbouwen, met name maïs voor de geliefde maïspap, die ik ook al in Zuid-Afrika heb geproefd. Ook hebben ze zo’n 46 varkens, super lief haha. (Wie mij redelijk goed kent, weet dat ik heel erg van varkens hou J).

We hebben ook al een paar kinderen uit het weeshuis ontmoet en het eerste wat me opviel is dat ze heel erg beleefd zijn, want ze kwamen ons allemaal een handje geven. En ik heb al een stukje uit een boekje van Winnie de Pooh voorgelezen aan een meisje, want dat wilde ze graag. Toen ik dat gezien had, kreeg ik wel zin om daar te gaan werken.

Na de introductie mochten we daar mee lunchen. De lunch bestond uit de maïspap, bruine bonen en kool. Ik vond het wel lekker. De andere vrijwilligers waren er iets minder enthousiast over. Als ik wil kan ik elke dag mee lunchen. Dat vind ik wel een leuk idee. Het is alleen even afwachten hoe lang het zal duren voor ik die pap zat wordt.

Toen we daar klaar waren was het tussen één/twee uur. Ik weet niet precies hoe laat het was, want er hangen nergens klokken en niemand vraagt je ooit echt nar de tijd dus raak je je tijdsbesef erg snel kwijt. Maar het was weer tijd om terug te gaan met de busjes. Met z’n vijven werden we even in een al vol busje gepropt, want dat paste prima. Helaas reden we toen onverwachts op een politie controle en met meer dan 14 mensen in zo’n busje mag officieel niet. Maar zegt de conducteur, dat regel ik wel even. En wat denk je dat hij doet? Gewoon even de politie omkopen en een lol die hij daar in had. Lachend stapt hij terug het busje in en zegt dat we weer kunnen rijden. En een paar honderd meter verder stuiten we weer op een politie controle en ook dit keer gaat de conducteur eruit en komt na een paar minuten lachend weer het busje in. 200 kwacha heeft hij de politie betaald (ongeveer 40 eurocent) en we kunnen weer doorrijden. Zoals onze coördinator, Janneke, zei: je maakt het mee hier in Malawi.

En niet alleen dat, gister lazen we opeens in de krant dat vanaf 1 juli, mensen uit landen waar Malawianen moeten betalen voor een visum ook moeten gaan betalen voor een Malawiaans visum en maar liefst 75 dollar. Dit heeft ook betrekking tot mij omdat ik half jullie vier dagen naar Zambia ga en daarna terug kom in Malawi en dan een nieuw visum moet aanvragen. Nog helemaal zeker dat die regel er komt is het nog niet, want zowel het Malawiaanse ministerie van Immiratie als het ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent dat zij die wet hebben geschreven. Wie het dan bedacht heeft weet niemand, maar dat houdt ze niet tegen om die wet ook in te voeren. Dat gebeurt blijkbaar wel vaker hier dat op de een op de andere dag een nieuwe wet geldt zonder dat iemand het weet, zei Janneke. Zo hadden ze eens bedacht dat er geen plastic zakjes meer gebruikt mochten worden. Met alle goede intenties natuurlijk, maar dat betekende wel meteen dat je een boete kreeg als je wel een plastic zakje bij je had. Hoe lang die wet stand heeft gehouden, weet ik niet, maar ze zullen er zeker goed aan verdiend hebben.

Ja, na zo’n introductie dag leer je niet alleen over het project waar je gaat werken, maar je komt ook al meteen een hele hoop te weten over de cultuur. Malawianen zijn allemaal heel erg vriendelijk en willen je overal graag mee helpen en ze houden ook erg van grapjes maken. Er wordt een hoop gelachen.

Het was een hele mooie dag. Met een lekker zonnetje. Ik heb een heleboel nieuwe impressies gekregen en ben daardoor erg moe geworden. Helaas viel om 6 uur weer de stroom uit en dit keer voor twee uur. We hebben alvast boterhammen gegeten, maar zijn nu nog kip aan het bakken, anders moesten we die ook maar weggooien. En de elektriciteit werkt hier ook apart trouwens. Je moet net zoals beltegoed ook stroom-tegoed kopen. Dan krijg je een code die je in het elektriciteitskastje in moet voeren en dan heb je weer een aantal kWh om van te leven. Bizar hè? Maar het heeft ook wel wat.

Morgen moet ik weer vroeg op want dan begint de eerste werkdag. Op de eerste dag zullen we nog even kijken hoe alles gaat en waar we kunnen helpen. Ik heb er zin in!

Tionana mawa! (tot morgen)